De Summits van LuteijnMedia hebben hun waarde de afgelopen jaren wel bewezen. Het format -een kleinschalige ontmoeting van leidinggevenden van specialisten in de ICT-sector in een rustgevende, klassieke omgeving- levert altijd levendige en inhoudelijke discussies op. Toch was de Circulaire IT Summit op 21 juni een beetje een duik in het diepe: Een nieuw platform en ecosysteem met een nieuwe website (www.circulaire-IT.nl) over een relatief nieuw onderwerp.
Het Refurbished online summit van een half jaar geleden gaf reden tot optimisme. En ook in het SDG Maarten Martens Huis in Doorn blijkt dat er genoeg is om over te praten. Want hoewel ‘Circulair’ op zich een nieuw onderwerp is, zit er wel degelijk veel ervaring aan tafel in Doorn. “We noemden het alleen niet circulair”, zegt marktveteraan Jean-Pierre Verhoeven, interim-CEO van de Circular IT Group, een fusiebedrijf van Maxicom IT Distributie en Aliter Networks. “Ik ben er al mee bezig sinds 2002. Het heette toen alleen refurbished.” Omdat het nog zo’n relatief nieuwe term is, staan er volgens hem nog veel vragen over open. “Wat is de definitie van circulair, en wat wil je ermee bereiken? Dat is voor veel klanten niet duidelijk. Iedereen is bekend met duurzaam ondernemen en MVO. En de meeste bedrijven willen dat ook, meestal ingegeven door de leiding en de aandeelhouders. Maar hoe verweef je het in het beleid? Hoe pas je het in de specifieke IT-vraagstuk bij de klanten.” Circulair, zo zegt hij, is dus veel meer dan het in de markt zetten van refurbished apparatuur. Dat brengt volgens Jean-Pierre echter ook het risico mee dat ‘Circulair’ te oppervlakkig wordt gedefinieerd. “Sommige partijen verkopen refurbished apparatuur en noemen zich circulair. Maar het is niet hetzelfde.” Mario Bieman, oprichter van TheBrokersite.com en eveneens oudgediende in de branche, beaamt dat de term is ingegeven door marketing. “Het was 23 jaar geleden, toen ik begon, gewoon handel.”
Circulair is geen hype
Maar dat maakt circulariteit geen hype. Verre van zelfs. Afgezien van dat veel van de aanwezigen zich al jaren ermee bezighouden, blijkt tijdens de summit dat iedereen anticipeert op drukke jaren. Het is een roerige periode, met een door de pandemie sterk getroffen supply chain die er nog eens een grote oorlog overheen krijgt. En dan is er ook nog het breed gedragen besef dat de CO2-productie enorm moet worden teruggedrongen. Geen wonder dat alle deelnemers van de summit het idee verwerpen dat de markt drijft op onrealistisch idealisme dat afstotend werkt. “Dat is een achterhaald beeld. We hebben nu een nieuw soort consument”, zegt Willem Huiskes, Business Developer IT Asset Disposition bij Sims Lifecycle Management. Dat geldt volgens hem ook voor de nieuwe lichting werknemers. “Veel jongeren besluiten specifiek in de branche aan de slag te gaan omdat ze naast carrière maken ook iets goed kunnen doen. Als ze daarvoor kunnen kiezen, dan doen ze dat ook.” Wieger Deknatel, Sustainability/ESG Consultant bij hardwareleverancier Trust, beaamt dat. “Wij hebben enkele vacatures hierop aangepast”, vertelt hij. “We kregen direct veel meer respons. Ze willen iets bijdragen, en als ze dat kunnen doen bij Trust, dan gaan ze daar liever aan de slag dan bij een vervuiler.”
Vooralsnog geldt de ICT-branche in het algemeen nog steeds als een vervuiler. Mede vanwege de CO2-uitstoot tijdens de productie van nieuwe apparatuur, maar ook vanwege het grondstoffenverbruik. Jan Hoogstrate van Free ICT Europe, waarschuwt dan ook dat de branche niet moet blijven hangen in de kennis van vandaag. “CO2-uitstoot is maar de helft van het verhaal. Op dit moment zitten we daar wel allemaal in, en sommige partijen kijken er nog maar sinds recent naar om.” Ook Mathieu Sueters, lid van het regieteam Uitvoeringsprogramma Circulaire Maakindustrie, gaat hierop in. “Minimaal 22 van de 30 grondstoffen die zijn aangemerkt als kritiek worden verwerkt in ICT-hardware. Het is de productgroep met het hoogste aantal kritieke grondstoffen.”
Meetbaarheid wordt afgedwongen
Deze realiteit heeft consequenties voor de eisen die klanten stellen, en voor de regels die vanuit de overheid (Nederlandse én Europese) komen. “We worden door klanten uitgedaagd om meetbaarheid te bieden”, zegt Jan-Dirk Krispijn, directeur van NEG-IT Solutions. “Ze zoeken nog naar hoe circulair ze zijn. Wij hebben als doelstelling om binnen nu en enkele jaren 25 procent van de hardware die we aan de klanten bieden ook echt refurbished te laten zijn. Er ontstaat een doelgroep die een voorkeur begint te hebben voor jonggebruikt boven nieuw.” Meetbaarheid wordt ook afgedwongen. “Het wordt verplicht om circulariteit te rapporteren volgens de EU-taxonomie”, noemt Mathieu ook. Dat moet onder meer in het kader van de Ecodesign for Sustainable Products Regulation (ESPR) van de EU gebeuren. Maar er zijn al bepaalde rapportage-eisen. “Ieder elektronisch product dat in Nederland op de markt wordt gezet, moet worden aangemeld bij stichting OPEN, tot aan de kilo’s aan volume toe”, zegt Jeroen van der Tang van Stichting OPEN, een onderdeel van NLDigital.
Veel van dit soort wetgeving is echter nog onduidelijk of in een vroege fase, en vraagt ook om een meer uniforme aanpak. Dat begint al bij het meten, iets waar meerdere bedrijven van de deelnemers mee bezig zijn. “Klanten willen niet alleen sustainable zijn, ze willen het ook meetbaar maken”, zegt Willem. “Dat is de grootste uitdaging. Door de carbon avoidance, maar ook voor de benodigde Lifecycle Analysis, LCA. Voor veel producten is er al iets beschikbaar, maar voor vrij veel producten ook niet.”
Rapporteren
Jeroen van Kerkhof, managing director BNS Cosmos, ziet die noodzaak ook bij zijn belangrijkste doelgroep groeien. “Ik denk dat de uitdaging voor veel ISP’s is hoe het staat met de pool van producten. Er zijn ISP’ers die echt geen idee hebben wat er bij hun klanten staat en wat wordt gebruikt.” Ook Jeroen van der Tang ziet daar nog wel een uitdaging in. “Stichting Open moet rapporteren wat er verantwoord is verwerkt ”, zegt hij. “Dan heb je stromen die tussen je vingers door glippen. Het is best lastig is om je verantwoordelijkheid te nemen als producent als het gaat om de eindverwerking.”
Die eindverwerking is ook nog een uitdaging op zich in de markt. Slechts een (te) klein deel van de kritieke materialen kan worden teruggewonnen uit gebruikte hardware, ook al laat je het doen door een marktleider zoals het Antwerpse Umicore. De angst bestaat dat afgeschreven hardware massaal in Afrika wordt gedumpt, maar dat is volgens Mathieu een misvatting. “Niemand dumpt goud in Afrika”, zegt hij.
Verlenging levensduur
Om de afvalhoop te verkleinen, kan ook worden gekeken naar de verlenging van de levensduur van apparaten. De deelnemers gingen daar tijdens het gesprek ook uitgebreid op in. Voorlopig, zo zegt Jurrie Christians, Group Sales and Marketing Director van 4Phones, zijn er weinig middelen om de kwaliteit van nieuwe onderdelen echt te garanderen. “Er is nog geen keurmerk, en dat zou echt een droom voor ons zijn”, zegt hij. “In het verleden heb ik daar wel voor gestreden, maar we zijn nog heel ver weg.”
De verantwoordelijkheid ligt voorlopig nog bij de onderdelendistributeurs zelf, die daar overigens wel werk van maken. Zo komt vanuit 4Phones het bedrijf QC Centre voort, een verder onafhankelijke entiteit die de samenwerking met partners in China stroomlijnt. Rob Wierenga, Business Development Manager van QC Centre, ziet naast het keurmerk en de in Europa afgesproken Right to Repair ook dingen die vanuit de overheid kunnen worden gedaan om vakreparaties en refurbishments aan te moedigen. “Een fiets kun je laten repareren tegen laag BTW. Waarom kan dat met een smartphone niet?”, noemt hij.
Ook zijn de rapportage-eisen nog niet helemaal afgesteld op de realiteit van levensduurverlenging, constateert Jeroen van Kerkhof. “In Europees verband wordt Nederland afgerekend op wat er de afgelopen drie jaar op de markt is gezet, afgezet tegen wat is ingezameld en verwerkt. Het gevolg is dat hoe langer dingen meegaan, hoe minder goed onze KPI’s zijn.”
Consumenten meer doordrongen dan overheid
Bij consumenten begint circulariteit van smartphones beter door te dringen dan bij de overheid. Zo heeft Ab Seghrouchni, Country Manager Netherlands bij Recommerce, recent een contract ondertekend bij KPN waarbij zijn bedrijf gebruikte apparaten inneemt en een tweede leven geeft. Bij sommige van zijn klanten ziet hij een attach rate van 20 procent. “Dus bij 1 op de 5 transacties waarbij een nieuw toestel wordt aangeschaft bij een operator, wordt door de gebruiker zijn oude toestel aangeboden voor verkoop via onze trade-in portal”, zegt hij. “In Frankrijk is de markt op dit onderwerp veel volwassener. Daar zie je bijvoorbeeld dat Orange een doel heeft dat meer dan 20 procent van de smartphones die ze verkopen refurbished moet zijn. Er is daarnaast ook een sterke push vanuit de overheid.”
Voor B2B moet er volgens hem (en de rest van het panel) ook nog veel gebeuren. Circulariteit voor B2B begint van de grond te komen, maar er zijn nog genoeg uitdagingen. “Je ziet de bereidheid om met zo’n programma te starten”, zegt Ab. “Maar de grootste uitdaging zit in het betrokken krijgen van de hele organisatie bij het traject.” Jan-Dirk van NEG voegt eraan toe dat het ook een balans is tussen beheerbaarheid en de bijdrage aan duurzaamheid. “Hoe vaak gaan dingen kapot? Wat is de doorloopsnelheid? Welke verschillende vormen zijn er binnen de organisatie? Een organisatie met één standaard is gewoon eenvoudiger te beheren en is daarmee veiliger dan een organisatie die met twintig vormen door elkaar werkt. Er moet voldoende aanbod zijn in de markt om die standaarden in te kunnen vullen met refurbished.” Want volumes, daarin zit hem de truc voor de aanbieders.
Ecosysteem
Er moet nog veel gebeuren. Maar er begint zich een gemeenschap en ecosysteem af te tekenen die de discussie in Den Haag en Brussel aan zou kunnen gaan, zo zien de deelnemers ook. TheBrokersite.com organiseert jaarlijks een Europese conferentie voor hun partners in heel Europa, dit jaar eind oktober in Athene. En ook het platform Circulaire-IT.nl is officieel gestart.
(Dit artikel verscheen eerder in ITchannelPRO magazine nummer 3)